Dans - sokken met reliëfpatroon
Toe-up sokken met korte schachten en een
reliëfsteekpatroon op de wreef. De goed passende hiel is gevormd met een
klassieke hielflap in een moderne constructie - perfect om te dansen tijdens
een midzomerfeest.
Dans - sokken met reliëfpatroon
Toe-up sokken met korte schachten en een
reliëfsteekpatroon op de wreef. De goed passende hiel is gevormd met een
klassieke hielflap in een moderne constructie - perfect om te dansen tijdens
een midzomerfeest.
Designer: Maja Karlsson
Foto: Daniel Bernstål
Productnummer: 92838
Patroon informatie
GEBRUIKT GAREN Bambu Raggi (50% superwash wol, 25% polyamide, 25% bamboe, ca. 100 gr. = 400 m)
ALTERNATIEVE GAREN KEUZES
Junior Raggi (75% superwash wol, 25% nylon, ca. 50 gr. = 200 m)
STEKENVERHOUDING ca. 30 st. x 40-42 toeren in tricotsteek = 10 x 10 cm.
Pas indien nodig naalden aan om de juiste stekenverhouding te behalen.
MATEN 34-35 (36-37, 38-39, 40-41)
SCHACHT LENGTE SOK ca. 4 (4, 4, 4) cm
VOET LENGTE SOK ca. 20,5-22 (23-23,5, 24,5-25, 26-26,5) cm
VERBRUIKT
ca. 60 (70, 80, 90) gr. (kleur 17217, Almost Almond)
NAALDEN 2.5 mm: set van 5 sokkennaalden
EXTRA’S 4 stekenmarkeerders
MOELIJKHEIDSGRAAD **
Afw: afwisselend (elke tweede toer), afh: afhalen, afk: afkanten, AK: Averechtse kant, ai: achter insteken, in de achterste lus insteken, av.: averecht, Dstk: Dubbele stokje, gedr.: achter insteken, gedraaid breien, GK: goede kant, herh: herhalen, HK: hoofdkleur, Hstk: Halve stokje, HV:Halve vaste, Ksteek: kantsteek, kl.: kleur, kab: kabel, k.n.: kabelnaald, L: losse, LLM: naar links leunende meerdering: steek linker naald van voor naar achter onder horizontale draad tussen de steken. Brei door de achterste lus een rechte steek, LLM2: Naar links leunende meerdering 2 steken: steek linker naald van voor naar achter onder horizontale draad tussen de steken. Brei door de achterste lus een rechte steek, haal deze niet af, brei in de achterkant van dezelfde steek nogmaals, haal af, 2 steken gemeerderd, LLAV: Naar links leunende averechte meerdering: steek linker naald van voor naar achter onder horizontale draad tussen de steken. Brei door de achterste lus een averechte steek. m: markeerder, m.overh.: markeerder verplaatsen van de linker naald naar de rechter naald, mind: minderen/mindering, M1: maak 1 = meerderen door verbindingslus op te halen, ribst: ribbelsteek, r: recht, RLM: naar rechts leunende meerdering: steek linker naald van achter naar voor onder horizontale draad tussen de steken. Brei met deze lus een rechte steek. RLM2: Naar rechts leunende meerdering: steek linker naald van achteren naar voren onder horizontale draad tussen de steken, haal deze niet af, brei in de achterkant van dezelfde steek nogmaals, haal af, 2 steken gemeerderd. RLAV: Naar rechts leunend, averechte meerdering: steek linker naald van achter naar voor onder horizontale draad tussen de steken. Brei met deze lus een averechte steek, overh.: overhalen, omsl: omslaan, PM: plaats markeerder, sam: samen, st: steek, steken, Stk: stokje, Stk-gr: stokje-groep t.: toer, VK: Verkeerde kant, 1overh. 1r.overh: haal 1 steek over, 1 steek recht breien en haal de overgehaalde steek over de gebreide steek. 3dbst: Driedubbele stokje, 5lstb: steekboog met 5 losse.
Lees eerst het hele patroon door om onduidelijkheden te vermijden.
Markeer de gekozen maat met een gekleurde pen zodat het makkelijker is het patroon te volgen.
Brei/haak altijd een proeflap: Wij raden aan om eerst een proeflap van 12 x 12 cm te breien/haken om de steekverhouding te kontrolleren. Kies evt. een dikkere of dunnere naald om de juiste steekverhouding te krijgen.
Telpatroon; Het is makkelijker het telpatroon te volgen als u een liniaal legt, langs de rij die u aan het breien bent.