Glasgow - dubbele muts
De muts kun je
keren en aanpassen aan je humeur. Een kant is in een kleur in de andere in
blokken strepen. Een perfecte muts voor wie een extra warme muts wil hebben
maar geen gebruik wil maken van de dubbelbrei- methode. De beschrijving is
geschreven voor de Magic Loop- maethode, maar je kunt hem ook gebruiken op een
kortere rondbreinaald en de opzet op sokkennaalden. Vergeet niet om tussendoor
de draden vast te zetten omdat je aan het eind maar een klein gat over hebt.
Glasgow - dubbele muts
De muts kun je
keren en aanpassen aan je humeur. Een kant is in een kleur in de andere in
blokken strepen. Een perfecte muts voor wie een extra warme muts wil hebben
maar geen gebruik wil maken van de dubbelbrei- methode. De beschrijving is
geschreven voor de Magic Loop- maethode, maar je kunt hem ook gebruiken op een
kortere rondbreinaald en de opzet op sokkennaalden. Vergeet niet om tussendoor
de draden vast te zetten omdat je aan het eind maar een klein gat over hebt.
Designer: Maria Bergman
Foto: Daniel Bernstål
Productnummer: 393150
Patroon informatie
GAREN Tencel blow (58 % Tencel™ lyocell, 42 % alpaca, ca 50 g = 100 m)
GARENALTERNATIEF
Ulrika (100 % wol superwash, ca 50 g = 100 m)
Soft Lama (100 % babylamawol, ca 50 g = 100 m)
STEKENVERHOUDING Ca 18 st x 28 t in tricotst op nld
4 mm = 10 x 10 cm
MATEN Kind (Dame) Heer
HOOFDOMTREK Ca 52-55 (56-58) 59-62 cm
LENGTE MUTS Ca 24,5 (26) 27,5 cm
OMTREK MUTS Ca 40 (45) 50 cm
GARENVERBRUIK
Kl 1: Ca 70 (75) 80 g (kl 460023, hopsack brown)
Kl 2: Ca 17 (20) 25 g (kl 460016, calico beige)
Kl 3: Ca 22 (25) 30 g (kl 460005, snow white)
RONDBREINAALD 4 mm 100 cm
EXTRA NODIG plastic touwtje of een stukje restgaren
( liefst katoen) 1 markeerder, naald om de draden mee
vast te zetten
Afw: afwisselend (elke tweede toer), afh: afhalen, afk: afkanten, AK: Averechtse kant, ai: achter insteken, in de achterste lus insteken, av.: averecht, Dstk: Dubbele stokje, gedr.: achter insteken, gedraaid breien, GK: goede kant, herh: herhalen, HK: hoofdkleur, Hstk: Halve stokje, HV:Halve vaste, Ksteek: kantsteek, kl.: kleur, kab: kabel, k.n.: kabelnaald, L: losse, LLM: naar links leunende meerdering: steek linker naald van voor naar achter onder horizontale draad tussen de steken. Brei door de achterste lus een rechte steek, LLM2: Naar links leunende meerdering 2 steken: steek linker naald van voor naar achter onder horizontale draad tussen de steken. Brei door de achterste lus een rechte steek, haal deze niet af, brei in de achterkant van dezelfde steek nogmaals, haal af, 2 steken gemeerderd, LLAV: Naar links leunende averechte meerdering: steek linker naald van voor naar achter onder horizontale draad tussen de steken. Brei door de achterste lus een averechte steek. m: markeerder, m.overh.: markeerder verplaatsen van de linker naald naar de rechter naald, mind: minderen/mindering, M1: maak 1 = meerderen door verbindingslus op te halen, ribst: ribbelsteek, r: recht, RLM: naar rechts leunende meerdering: steek linker naald van achter naar voor onder horizontale draad tussen de steken. Brei met deze lus een rechte steek. RLM2: Naar rechts leunende meerdering: steek linker naald van achteren naar voren onder horizontale draad tussen de steken, haal deze niet af, brei in de achterkant van dezelfde steek nogmaals, haal af, 2 steken gemeerderd. RLAV: Naar rechts leunend, averechte meerdering: steek linker naald van achter naar voor onder horizontale draad tussen de steken. Brei met deze lus een averechte steek, overh.: overhalen, omsl: omslaan, PM: plaats markeerder, sam: samen, st: steek, steken, Stk: stokje, Stk-gr: stokje-groep t.: toer, VK: Verkeerde kant, 1overh. 1r.overh: haal 1 steek over, 1 steek recht breien en haal de overgehaalde steek over de gebreide steek. 3dbst: Driedubbele stokje, 5lstb: steekboog met 5 losse.
Lees eerst het hele patroon door om onduidelijkheden te vermijden.
Markeer de gekozen maat met een gekleurde pen zodat het makkelijker is het patroon te volgen.
Brei/haak altijd een proeflap: Wij raden aan om eerst een proeflap van 12 x 12 cm te breien/haken om de steekverhouding te kontrolleren. Kies evt. een dikkere of dunnere naald om de juiste steekverhouding te krijgen.
Telpatroon; Het is makkelijker het telpatroon te volgen als u een liniaal legt, langs de rij die u aan het breien bent.