Ga mee naar de spinnerij van Ístex op IJsland
Het is mei. In Zweden hebben we al zomerse temperaturen en de meeste breiers leggen hun wolprojecten aan de kant. Met dit weer gaan we liever met katoen en linnen topjes en strandtassen maken. 2000 km naar het westen is het 3 graden en het waait zo hard dat de man van de autoverhuur ons waarschuwt niet alle deuren van de auto tegelijkertijd te openen.
Regenbuien komen en gaan, net zo onvoorspelbaar als de vulkaan Katla. Op IJsland is een trui, gebreid met een van eilands zachtste exportartikel, een must, zelfs in mei.
Net even buiten Reykjavik ligt Ístex (een afkorting van Íslenskur textíliðnaður), IJslands textielindustrie. Hier wordt de wol van vrijwel alle IJslandse schapen naartoe gebracht om veredeld te worden tot de populaire garens als Lettlopi en Alafoslopi. De spinnerij is gehuisvest in een laag industriegebouw met een uitzicht dat door toeristen wordt beschreven als een daar-valt-je-mond-van-open landschap.
Het uitzicht vanuit de spinnerij van Istex net buiten Reykjavik is indrukwekkend
Produktiechef Eugène Pilard is niet langer zo onder de indruk van het uitzicht. Hij komt uit Frankrijk, is textielingenieur en was nog nooit op IJsland geweest, voordat hij hierheen verhuisde, nadat hij tijdens zijn studie Sunna Jokulsdottir ontmoette. Zij is nu zijn echtgenote en collega.
- "Ik zorg ervoor dat alles op rolletjes loopt. Er gebeurt hier veel tegelijkertijd", zegt Eugène en wijst naar de hardgeperste balen met schapenwol.
Wol is vettig, ruw en bezit hele unieke eigenschappen. De schapen op het eiland hebben zich aan het klimaat aangepast en dat geeft een dichte, van nature waterafstotende wol.
- Wij hebben witte en zwarte wol. Die wordt gemengd en geeft wol met allerlei nuances grijs. De wol wordt met een sterk verzadigende verf gekleurd, als basiskleur. Deze geverfde wol wordt weer met verschillende hoeveelheden grijze wol gemengd om alle andere nuances te creëren.
Het uiteindelijke garen is rustiek en mooi gesponnen met fijne haartjes die eruit steken. Licht in gewicht en met van nature isolerende eigenschappen geeft het garen aan de traditionele IJslandse lopasayan, wollen trui, een duidelijke IJslands karakter. Een klassieke IJlandstrui wordt ontworpen door een IJslandse designer, gebreid vanaf de onderkant en met een patroon op de pas.
Het assortiment is goed doordacht; minder verschillende kwaliteiten, maar meer kleurschakeringen; men wil het proces in de spinnerij niet onnodig ingewikkeld maken. Het garen heeft zijn eigen merk en is bekend over de hele wereld. Aan de basis staan de ruim 400 schapenboeren die niet alleen de spinnerij van wol voorzien, maar ook voor het grootste deel eigenaar zijn van het bedrijf.
De schapen worden 2 keer per jaar geschoren en dat geeft ongeveer 3 kilo wol per schaap. Elke dag wordt 2 ton wol in de verfbaden bij Istex verwerkt. En nog is de vraag groter dan de capaciteit. Er wordt hard gewerkt om dit probleem op te lossen, het schema wordt aangepast en ook het machinepark.
- Wij installeren meer machines op een manier dat er geen opstopping ontstaat bij de verschillende werkzaamheden. En we willen ook meer garen tegelijkertijd kunnen maken. Bovendien willen we ervoor zorgen dat er nergens oponthoud ontstaat, als er bijvoorbeeld gewacht wordt op een reserveonderdeel.
In een ruimte die lijkt op een liftschacht wordt de wol met warme lucht gedroogd. Iets verder wordt de geverfde wol aan een kant de kaarderij ingevoerd, aan de andere kant komt er een gelijkmatig en pluizige mat van wolvezels uit.
Een dunne gekaarde wolsluier vliegt door de ruimtes als in een achtbaan. Op dit moment wordt het garen Léttlopi gemaakt in de kleur blauw.
- Wij werken met 1 kleur per keer. Nu is het een blauwe periode. Dan wordt er geverfd, gekaard, gesponnen en gewikkeld in alle tinten blauw die we hebben.
De verschillende periodes kunnen weken duren. Behalve bij zwart of rood, daar probeert Eugène de periode zo kort mogelijk te houden.
- De mensen die hier werken krijgen van zwart en rood een slecht humeur.
Maar het is niet alleen een theorie over de invloed van kleur op je humeur waar Eugène het over heeft.
- Het zijn moeilijke kleuren, de machines moeten vaker nagekeken en schoongemaakt worden; en dus worden stilgezet. Dat is jammer, maar erna komt weer een andere kleur, groen misschien.
Dat wat net een platte zomersblauwe wolk was wordt nu gesponnen tot oneindige meters draad, die weer in elkaar worden gedraaid en op grote cones gerold. Niet alle wol wordt gesponnen. Plötulopi is een ongesponnen garen wat de laatste jaren erg polulair is geworden. Het kledingstuk wordt heel licht en luchtig, maar omdat de draad niet is gesponnen, breekt die bij het breien sneller af. Dat kan zorgen voor frustratie, net als een stilstand in de productie.
- "Elke dag kampen we met kleine en soms met middelgrote problemen. Grote problemen zijn er altijd. We moeten altijd creatief zijn om daar oplossingen voor te vinden", zegt Eugène.
Dat hij en Sunna in textiele vorming geschoold zijn is geen vanzelfsprekendheid. De meesten die hier werken komen uit een andere IJslandse exporttak: de visserij.
- Dat zijn bootingenieurs en zij weten alles van onze machines. Het is niet makkelijk mensen te vinden die alles van garens weten.
Achter hem draait een machine de strengen op een ingenieuze manier. Binnen enkele secondes zijn er een twintigtal strengen klaar en worden voorzichtig verder geleid.
Een plasticzak met 10 strengen Léttlopi in de kleur Stone Blue Heather valt geluidloos van de band, in een doos. De reis van het door de wind geplaagde schaap naar een keurig nette streng wol is ten einde.