Höstvind – Sokken
Dit noordse rozenblad patroon is een motief dat eindeloos gevarieerd kan worden. Hier is het patroon horizontaal gebruikt als een rand rond de schacht van de sok. Klassiek, maar tegelijkertijd toch net even anders. Speel met kleuren en probeer gerust eens grote contrastkleuren. De sok wordt van boven naar beneden gebreid met een bijzondere teen en hak.
Höstvind – Sokken
Dit noordse rozenblad patroon is een motief dat eindeloos gevarieerd kan worden. Hier is het patroon horizontaal gebruikt als een rand rond de schacht van de sok. Klassiek, maar tegelijkertijd toch net even anders. Speel met kleuren en probeer gerust eens grote contrastkleuren. De sok wordt van boven naar beneden gebreid met een bijzondere teen en hak.
Het patroon in meerdere talen: Järbo Ravelry Store
Designer: Birger Berge
Productnummer: 92954
Patroon informatie
GAREN Junior Raggi (75 % wol, 25 % polyamide, ca 50 g = 200 m)
STEKENVERHOUDING Ca 28 st x 40 t in tricotsteek = 10 x 10 cm
MATEN Dames (Heren)
SCHACHTLENGTE Ca 14 (18) cm
VOETLENGTE Ca 22 (28) cm
GARENHOEVEELHEID
BK: 50 (50) g (kl 68424, Ash Grey)
PK: 50 (50) g (kl 68423, White Grey)
SOKKENNAALDEN 2,5 mm en 3 mm
MOEILIJKHEIDSGRAAD Gevorderd
Afw: afwisselend (elke tweede toer), afh: afhalen, afk: afkanten, AK: Averechtse kant, ai: achter insteken, in de achterste lus insteken, av.: averecht, Dstk: Dubbele stokje, gedr.: achter insteken, gedraaid breien, GK: goede kant, herh: herhalen, HK: hoofdkleur, Hstk: Halve stokje, HV:Halve vaste, Ksteek: kantsteek, kl.: kleur, kab: kabel, k.n.: kabelnaald, L: losse, LLM: naar links leunende meerdering: steek linker naald van voor naar achter onder horizontale draad tussen de steken. Brei door de achterste lus een rechte steek, LLM2: Naar links leunende meerdering 2 steken: steek linker naald van voor naar achter onder horizontale draad tussen de steken. Brei door de achterste lus een rechte steek, haal deze niet af, brei in de achterkant van dezelfde steek nogmaals, haal af, 2 steken gemeerderd, LLAV: Naar links leunende averechte meerdering: steek linker naald van voor naar achter onder horizontale draad tussen de steken. Brei door de achterste lus een averechte steek. m: markeerder, m.overh.: markeerder verplaatsen van de linker naald naar de rechter naald, mind: minderen/mindering, M1: maak 1 = meerderen door verbindingslus op te halen, ribst: ribbelsteek, r: recht, RLM: naar rechts leunende meerdering: steek linker naald van achter naar voor onder horizontale draad tussen de steken. Brei met deze lus een rechte steek. RLM2: Naar rechts leunende meerdering: steek linker naald van achteren naar voren onder horizontale draad tussen de steken, haal deze niet af, brei in de achterkant van dezelfde steek nogmaals, haal af, 2 steken gemeerderd. RLAV: Naar rechts leunend, averechte meerdering: steek linker naald van achter naar voor onder horizontale draad tussen de steken. Brei met deze lus een averechte steek, overh.: overhalen, omsl: omslaan, PM: plaats markeerder, sam: samen, st: steek, steken, Stk: stokje, Stk-gr: stokje-groep t.: toer, VK: Verkeerde kant, 1overh. 1r.overh: haal 1 steek over, 1 steek recht breien en haal de overgehaalde steek over de gebreide steek. 3dbst: Driedubbele stokje, 5lstb: steekboog met 5 losse.
Lees eerst het hele patroon door om onduidelijkheden te vermijden.
Markeer de gekozen maat met een gekleurde pen zodat het makkelijker is het patroon te volgen.
Brei/haak altijd een proeflap: Wij raden aan om eerst een proeflap van 12 x 12 cm te breien/haken om de steekverhouding te kontrolleren. Kies evt. een dikkere of dunnere naald om de juiste steekverhouding te krijgen.
Telpatroon; Het is makkelijker het telpatroon te volgen als u een liniaal legt, langs de rij die u aan het breien bent.