Madrid - smalle sjaal met kleurenvelden
De sjaal wordt vanaf de ene zijkant naar de andere gebreid. Eerst een smal groeiende vorm, gevolgd door een rechte middenpartij met brede strepen en laatst een smal minderend vorm. De overgangen tussen de delen worden gebreid met verkorte toeren om een scheve hoek te krijgen. Een mooi detail is de i-cord die om de hele sjaal loopt.
Madrid - smalle sjaal met kleurenvelden
De sjaal wordt vanaf de ene zijkant naar de andere gebreid. Eerst een smal groeiende vorm, gevolgd door een rechte middenpartij met brede strepen en laatst een smal minderend vorm. De overgangen tussen de delen worden gebreid met verkorte toeren om een scheve hoek te krijgen. Een mooi detail is de i-cord die om de hele sjaal loopt.
Designer: Emilia Jensen
Foto: Daniel Bernstål
Versie: 1
Productnummer: 392903
Patroon informatie
Gebruikt garen: Soft Lama (100 % babylama. Ca 50 g = 100 m)
Garencategorie: Worsted/Aran
Alternatieve garen keuzes:
Ulrika (100 % wol superwash. Ca 50 g = 100 m)
Freja (100 % acryl. Ca 50 g = 130 m)
Stekenverhouding: Ca 17 st x 28 t in tricotst op nld 5,5 mm = 10 x 10 cm
Lengte sjaal: Ca 185 cm
Breedte sjaal, middelste gedeelte: Ca 25 cm
Verbruikt:
Kl A: Ca 50 g (kl 391082, Licht olijfgroen)
Kl B: Ca 50 g (kl 391022, Beige)
Kl C: Ca 50 g (kl 391084, Mistgroen)
Kl D: Ca 50 g (kl 391088, Petrol)
Rondbreinaald: 5,5 mm, 80 cm
Extra’s Markeerders en stopnaald
Afw: afwisselend (elke tweede toer), afh: afhalen, afk: afkanten, AK: Averechtse kant, ai: achter insteken, in de achterste lus insteken, av.: averecht, Dstk: Dubbele stokje, gedr.: achter insteken, gedraaid breien, GK: goede kant, herh: herhalen, HK: hoofdkleur, Hstk: Halve stokje, HV:Halve vaste, Ksteek: kantsteek, kl.: kleur, kab: kabel, k.n.: kabelnaald, L: losse, LLM: naar links leunende meerdering: steek linker naald van voor naar achter onder horizontale draad tussen de steken. Brei door de achterste lus een rechte steek, LLM2: Naar links leunende meerdering 2 steken: steek linker naald van voor naar achter onder horizontale draad tussen de steken. Brei door de achterste lus een rechte steek, haal deze niet af, brei in de achterkant van dezelfde steek nogmaals, haal af, 2 steken gemeerderd, LLAV: Naar links leunende averechte meerdering: steek linker naald van voor naar achter onder horizontale draad tussen de steken. Brei door de achterste lus een averechte steek. m: markeerder, m.overh.: markeerder verplaatsen van de linker naald naar de rechter naald, mind: minderen/mindering, M1: maak 1 = meerderen door verbindingslus op te halen, ribst: ribbelsteek, r: recht, RLM: naar rechts leunende meerdering: steek linker naald van achter naar voor onder horizontale draad tussen de steken. Brei met deze lus een rechte steek. RLM2: Naar rechts leunende meerdering: steek linker naald van achteren naar voren onder horizontale draad tussen de steken, haal deze niet af, brei in de achterkant van dezelfde steek nogmaals, haal af, 2 steken gemeerderd. RLAV: Naar rechts leunend, averechte meerdering: steek linker naald van achter naar voor onder horizontale draad tussen de steken. Brei met deze lus een averechte steek, overh.: overhalen, omsl: omslaan, PM: plaats markeerder, sam: samen, st: steek, steken, Stk: stokje, Stk-gr: stokje-groep t.: toer, VK: Verkeerde kant, 1overh. 1r.overh: haal 1 steek over, 1 steek recht breien en haal de overgehaalde steek over de gebreide steek. 3dbst: Driedubbele stokje, 5lstb: steekboog met 5 losse.
Lees eerst het hele patroon door om onduidelijkheden te vermijden.
Markeer de gekozen maat met een gekleurde pen zodat het makkelijker is het patroon te volgen.
Brei/haak altijd een proeflap: Wij raden aan om eerst een proeflap van 12 x 12 cm te breien/haken om de steekverhouding te kontrolleren. Kies evt. een dikkere of dunnere naald om de juiste steekverhouding te krijgen.
Telpatroon; Het is makkelijker het telpatroon te volgen als u een liniaal legt, langs de rij die u aan het breien bent.