Sirapssnitt - want
Het motief op deze wanten heet Sirapssnitt omdat de roosvorm met acht bloembladen is geplaatst om te lijken op een traditioneel ruitvormig Noors koekje. De inspiratie voor het patroon kwam oorspronkelijk van een duimmotief op een Selbu want die ik heb gebreid en de koekjesachtig vorm gaf de aanzet tot het ontwerpproces. Achtbladige rozen kunnen er verschillend uitzien, afhankelijk van de manier waarop ze zijn gerangschikt en in welke combinatie. Dit ontwerp bevat vuren twijgen in de roos en rond het hoofdmotief voor een spannende compositie. Het patroon komt op verschillende manieren tot uiting, afhankelijk van of het in de lengte is geplaatst zoals op deze sokken, of in de breedte zoals op de losse kol en de muts. Het wordt ook gebruikt als hoofdmotief op de wanten. Dit ontwerp kenmerkt de manier waarop ik werk, waarbij een en hetzelfde patroonidee op veel verschillende manieren wordt gevarieerd.
Sirapssnitt - want
Het motief op deze wanten heet Sirapssnitt omdat de roosvorm met acht bloembladen is geplaatst om te lijken op een traditioneel ruitvormig Noors koekje. De inspiratie voor het patroon kwam oorspronkelijk van een duimmotief op een Selbu want die ik heb gebreid en de koekjesachtig vorm gaf de aanzet tot het ontwerpproces. Achtbladige rozen kunnen er verschillend uitzien, afhankelijk van de manier waarop ze zijn gerangschikt en in welke combinatie. Dit ontwerp bevat vuren twijgen in de roos en rond het hoofdmotief voor een spannende compositie. Het patroon komt op verschillende manieren tot uiting, afhankelijk van of het in de lengte is geplaatst zoals op deze sokken, of in de breedte zoals op de losse kol en de muts. Het wordt ook gebruikt als hoofdmotief op de wanten. Dit ontwerp kenmerkt de manier waarop ik werk, waarbij een en hetzelfde patroonidee op veel verschillende manieren wordt gevarieerd.
Designer: Birger Berge
Foto: Madelene Linderstam
Vertalen: Sacha Visscher
Versie: 1
Productnummer: 92651
Patroon informatie
Gebruikt garen: Järbo 2 tr ull (100% wol, 2-dradig, ca. 100 gr. = 300 m)
Garencategorie: Sport
Verbruikt:
Kleur 1: ca. 100 (100) gr. (kleur 74103 Nostalgia / 74101 Pure White)
Kleur 2: ca. 100 (100) gr. (kleur 74122 Cranberry Red / 74135 Smokey Blue)
Alternatieve garen keuzes:
Alpacka Solo (2-Ply Wool) (100% alpaca, ca. 50 gr. = 167 m)
Elise (60% katoen, 40% polyester, ca. 50 gr. = 168 m)
Junior (70% acryl, 30% polyamide, ca. 50 gr. = 168 m)
Ístex Kambgarn (100% Merino wol, ca. 50 gr. = 150 m)
Stekenverhouding: ca. 26 st. in tricotsteek met een grotere maat naald = 10 cm. Pas indien nodig naalden aan om de juiste stekenverhouding te behalen.
Maten: Vrouw (man)
Afmetingen:
Boord breedte: ca. 8.5 (10,5) cm
Want lengte: ca. 25 (28,5) cm
Want breedte: ca.10+ (12+) cm
Duim lengte: ca. 6 (7,5) cm
Duim breedte: ca. 4 (5) cm
Naalden: 2.5 en 3.5 mm: set van 5 sokkennaalden
Moeilijkheidsgraad: **
Afw: afwisselend (elke tweede toer), afh: afhalen, afk: afkanten, AK: Averechtse kant, ai: achter insteken, in de achterste lus insteken, av.: averecht, Dstk: Dubbele stokje, gedr.: achter insteken, gedraaid breien, GK: goede kant, herh: herhalen, HK: hoofdkleur, Hstk: Halve stokje, HV:Halve vaste, Ksteek: kantsteek, kl.: kleur, kab: kabel, k.n.: kabelnaald, L: losse, LLM: naar links leunende meerdering: steek linker naald van voor naar achter onder horizontale draad tussen de steken. Brei door de achterste lus een rechte steek, LLM2: Naar links leunende meerdering 2 steken: steek linker naald van voor naar achter onder horizontale draad tussen de steken. Brei door de achterste lus een rechte steek, haal deze niet af, brei in de achterkant van dezelfde steek nogmaals, haal af, 2 steken gemeerderd, LLAV: Naar links leunende averechte meerdering: steek linker naald van voor naar achter onder horizontale draad tussen de steken. Brei door de achterste lus een averechte steek. m: markeerder, m.overh.: markeerder verplaatsen van de linker naald naar de rechter naald, mind: minderen/mindering, M1: maak 1 = meerderen door verbindingslus op te halen, ribst: ribbelsteek, r: recht, RLM: naar rechts leunende meerdering: steek linker naald van achter naar voor onder horizontale draad tussen de steken. Brei met deze lus een rechte steek. RLM2: Naar rechts leunende meerdering: steek linker naald van achteren naar voren onder horizontale draad tussen de steken, haal deze niet af, brei in de achterkant van dezelfde steek nogmaals, haal af, 2 steken gemeerderd. RLAV: Naar rechts leunend, averechte meerdering: steek linker naald van achter naar voor onder horizontale draad tussen de steken. Brei met deze lus een averechte steek, overh.: overhalen, omsl: omslaan, PM: plaats markeerder, sam: samen, st: steek, steken, Stk: stokje, Stk-gr: stokje-groep t.: toer, VK: Verkeerde kant, 1overh. 1r.overh: haal 1 steek over, 1 steek recht breien en haal de overgehaalde steek over de gebreide steek. 3dbst: Driedubbele stokje, 5lstb: steekboog met 5 losse.
Lees eerst het hele patroon door om onduidelijkheden te vermijden.
Markeer de gekozen maat met een gekleurde pen zodat het makkelijker is het patroon te volgen.
Brei/haak altijd een proeflap: Wij raden aan om eerst een proeflap van 12 x 12 cm te breien/haken om de steekverhouding te kontrolleren. Kies evt. een dikkere of dunnere naald om de juiste steekverhouding te krijgen.
Telpatroon; Het is makkelijker het telpatroon te volgen als u een liniaal legt, langs de rij die u aan het breien bent.