Slóðir – Damestrui
Slóðir betekent "spoor" in het IJslands. De verse sporen van beren of herten in het bos, of was het gewoon een schaap op het heidepad? Een wandeling met de honden op het strand onder de rotsen. Onze voetafdrukken die de lichte sporen van de zeevogels volgen.
Slóðir – Damestrui
Slóðir betekent "spoor" in het IJslands. De verse sporen van beren of herten in het bos, of was het gewoon een schaap op het heidepad? Een wandeling met de honden op het strand onder de rotsen. Onze voetafdrukken die de lichte sporen van de zeevogels volgen.
Designer: Védís Jónsdóttir
Foto: Daniel Bernstål, Järbo Garn
Versie: 1
Productnummer: 92431
Patroon informatie
GAREN Léttlopi (100 % wol, ca 50 g = 100 m)
STEKENVERHOUDING Ca 18 st x 24 t in tricotsteek met naald 4½ mm = 10 x 10 cm
GARENALTERNATIEF Garengroep 5 (Let op! De hoeveelheid garen en de vorm kan variëren bij de keuze van een ander garen)
MATEN XS (S), M, (L), XL, (XXL), XXXL, (XXXXL)
BOVENWIJDTE Ca 91 (96), 102, (108), 115, (123), 131, (139) cm
LENGTE TOT ARMSGAT Ca 40 (41), 42, (43), 44, (44), 45, (45) cm
MOUWLENGTE TOT ARMSGAT
Dames: Ca 45 (46), 47, (48), 49, (49), 50, (50) cm
Heren: Ca 48 (49), 50, (51), 52, (52), 53, (53) cm
GARENHOEVEELHEID
Kl A: Ca 400 (450), 450, (500), 500, (550), 550, (600) g (kl 10005 black
heather)
Kl B: Ca 50 (50), 50, (50), 50, (50), 50, (50) g (kl 10059 black)
Kl C: Ca 50 (50), 50, (50), 50, (50), 50, (50) g (kl 10867 chocolate)
Kl D: Ca 100 (100), 100, (100), 100, (100), 100, (150) g (kl 10086 light
beige)
Kl E: Ca 50 (50), 50, (50), 50, (100), 100, (100) g (kl 10054 light ash)
Kl F: Ca 50 (50), 50, (100), 100, (100), 100, (100) g (kl 10051 white)
RONDBREINAALDEN 3½ mm, 40 en 80 cm, 4½ mm, 40 en 60-80 cm
SOKKENNAALDEN 3½ mm en 4½ mm
MOEILIJKHEIDSGRAAD gevorderd
Afw: afwisselend (elke tweede toer), afh: afhalen, afk: afkanten, AK: Averechtse kant, ai: achter insteken, in de achterste lus insteken, av.: averecht, Dstk: Dubbele stokje, gedr.: achter insteken, gedraaid breien, GK: goede kant, herh: herhalen, HK: hoofdkleur, Hstk: Halve stokje, HV:Halve vaste, Ksteek: kantsteek, kl.: kleur, kab: kabel, k.n.: kabelnaald, L: losse, LLM: naar links leunende meerdering: steek linker naald van voor naar achter onder horizontale draad tussen de steken. Brei door de achterste lus een rechte steek, LLM2: Naar links leunende meerdering 2 steken: steek linker naald van voor naar achter onder horizontale draad tussen de steken. Brei door de achterste lus een rechte steek, haal deze niet af, brei in de achterkant van dezelfde steek nogmaals, haal af, 2 steken gemeerderd, LLAV: Naar links leunende averechte meerdering: steek linker naald van voor naar achter onder horizontale draad tussen de steken. Brei door de achterste lus een averechte steek. m: markeerder, m.overh.: markeerder verplaatsen van de linker naald naar de rechter naald, mind: minderen/mindering, M1: maak 1 = meerderen door verbindingslus op te halen, ribst: ribbelsteek, r: recht, RLM: naar rechts leunende meerdering: steek linker naald van achter naar voor onder horizontale draad tussen de steken. Brei met deze lus een rechte steek. RLM2: Naar rechts leunende meerdering: steek linker naald van achteren naar voren onder horizontale draad tussen de steken, haal deze niet af, brei in de achterkant van dezelfde steek nogmaals, haal af, 2 steken gemeerderd. RLAV: Naar rechts leunend, averechte meerdering: steek linker naald van achter naar voor onder horizontale draad tussen de steken. Brei met deze lus een averechte steek, overh.: overhalen, omsl: omslaan, PM: plaats markeerder, sam: samen, st: steek, steken, Stk: stokje, Stk-gr: stokje-groep t.: toer, VK: Verkeerde kant, 1overh. 1r.overh: haal 1 steek over, 1 steek recht breien en haal de overgehaalde steek over de gebreide steek. 3dbst: Driedubbele stokje, 5lstb: steekboog met 5 losse.
Lees eerst het hele patroon door om onduidelijkheden te vermijden.
Markeer de gekozen maat met een gekleurde pen zodat het makkelijker is het patroon te volgen.
Brei/haak altijd een proeflap: Wij raden aan om eerst een proeflap van 12 x 12 cm te breien/haken om de steekverhouding te kontrolleren. Kies evt. een dikkere of dunnere naald om de juiste steekverhouding te krijgen.
Telpatroon; Het is makkelijker het telpatroon te volgen als u een liniaal legt, langs de rij die u aan het breien bent.