Vårbukett - cowl
Zachte, knuffelig en warm genoeg! Ook mooi en makkelijk te breien. Perfecte cowl om de lente tegemoet te treden! Deze cowl wordt in het rondgebreid , op een rondbreinaald, zoals normaal of met behulp van de Magic loop-techniek op een langere naald. Past goed bij de halve wanten met dezelfde naam.
Vårbukett - cowl
Zachte, knuffelig en warm genoeg! Ook mooi en makkelijk te breien. Perfecte cowl om de lente tegemoet te treden! Deze cowl wordt in het rondgebreid , op een rondbreinaald, zoals normaal of met behulp van de Magic loop-techniek op een langere naald. Past goed bij de halve wanten met dezelfde naam.
Designer: Agnes Brandels
Foto: Madelene Linderstam
Productnummer: 92764
Patroon informatie
GAREN Alpaca solo (100 % alpacawol, ca 50 g = 167 m)
GARNALTERNATIEF Llama silk (70% babylama, 30%
mullbärszijde, ca 50 g = 165 m)
STEKENVERHOUDING Ca 28 st x 34 t in tricotst op nld
3,5 mm = 10 x 10 cm
MAAT klein (groot)
LENGTE COWL Ca 20 (23) cm
BREEDTE COWL Ca 51 (56) cm
VERBRUIK
Kl 1: Ca 25 (35) g (kl 29101, Spring blue)
Kl 2: Ca 40 (50) g (kl 29142, Eggshell white)
RONDBREINAALD 2,5 en 3 mm, 40 cm of 100 cm als je
de Magic loop-techniek wilt gebruiken
Afw: afwisselend (elke tweede toer), afh: afhalen, afk: afkanten, AK: Averechtse kant, ai: achter insteken, in de achterste lus insteken, av.: averecht, Dstk: Dubbele stokje, gedr.: achter insteken, gedraaid breien, GK: goede kant, herh: herhalen, HK: hoofdkleur, Hstk: Halve stokje, HV:Halve vaste, Ksteek: kantsteek, kl.: kleur, kab: kabel, k.n.: kabelnaald, L: losse, LLM: naar links leunende meerdering: steek linker naald van voor naar achter onder horizontale draad tussen de steken. Brei door de achterste lus een rechte steek, LLM2: Naar links leunende meerdering 2 steken: steek linker naald van voor naar achter onder horizontale draad tussen de steken. Brei door de achterste lus een rechte steek, haal deze niet af, brei in de achterkant van dezelfde steek nogmaals, haal af, 2 steken gemeerderd, LLAV: Naar links leunende averechte meerdering: steek linker naald van voor naar achter onder horizontale draad tussen de steken. Brei door de achterste lus een averechte steek. m: markeerder, m.overh.: markeerder verplaatsen van de linker naald naar de rechter naald, mind: minderen/mindering, M1: maak 1 = meerderen door verbindingslus op te halen, ribst: ribbelsteek, r: recht, RLM: naar rechts leunende meerdering: steek linker naald van achter naar voor onder horizontale draad tussen de steken. Brei met deze lus een rechte steek. RLM2: Naar rechts leunende meerdering: steek linker naald van achteren naar voren onder horizontale draad tussen de steken, haal deze niet af, brei in de achterkant van dezelfde steek nogmaals, haal af, 2 steken gemeerderd. RLAV: Naar rechts leunend, averechte meerdering: steek linker naald van achter naar voor onder horizontale draad tussen de steken. Brei met deze lus een averechte steek, overh.: overhalen, omsl: omslaan, PM: plaats markeerder, sam: samen, st: steek, steken, Stk: stokje, Stk-gr: stokje-groep t.: toer, VK: Verkeerde kant, 1overh. 1r.overh: haal 1 steek over, 1 steek recht breien en haal de overgehaalde steek over de gebreide steek. 3dbst: Driedubbele stokje, 5lstb: steekboog met 5 losse.
Lees eerst het hele patroon door om onduidelijkheden te vermijden.
Markeer de gekozen maat met een gekleurde pen zodat het makkelijker is het patroon te volgen.
Brei/haak altijd een proeflap: Wij raden aan om eerst een proeflap van 12 x 12 cm te breien/haken om de steekverhouding te kontrolleren. Kies evt. een dikkere of dunnere naald om de juiste steekverhouding te krijgen.
Telpatroon; Het is makkelijker het telpatroon te volgen als u een liniaal legt, langs de rij die u aan het breien bent.